 |
Lindemans N.V. Productie 85.000 hl (2010) |
 Zeven generaties geleden, in 1811, exploiteerde de familie Lindemans reeds een boerderij annex brouwerij in Vlezenbeek, het 'Hof ter Kwade Wegen'. Nochtans gaat de geschiedenis van de brouwerij veel verder terug in de tijd. Reeds in 1655 werd dit Hof ter Kwade Wegen uitgebaat als boerderij–brouwerij door Jan van Overstraeten. De familie Lindemans doet haar intrede op dat hof wanneer Frans Lindemans er in 1780 introuwt en vanaf 1811 de zaak van zijn schoonvader overneemt. Vanaf het begin van de twintigste eeuw begreep de familie Lindemans dat hun toekomst zich meer in de brouwerijsector dan in de boerenstiel situeerde. Langzaam maar zeker werd dan ook begonnen met de afbouw van de landbouwactiviteiten: van 75 ha akker en weiland onder ‘den duc’ daalde het aantal tot circa 30 ha na de Tweede Wereldoorlog. Aan de boerenstiel kwam tenslotte een plots einde toen Emile Lindemans (de grootvader van de huidige zaakvoerders) op jonge leeftijd stierf waardoor zijn twee zonen René (°1939) en Nestor (°1941 - +2008) samen met hun moeder Alice de Voghel de zaak moesten verder zetten: de koeien en paarden (om de bierwagens te trekken) werden verkocht, de mesthoop op de binnenplaats verdween. Geuze en kriek waren in die jaren 1950 slechts een nicheproduct; er werd hoofdzakelijk wort en lambiek verkocht, vooral aan particulieren (boeren) en cafés. Deze laatsten lieten het wort dan zelf uitgisten en verwerkten de aldus bekomen lambiek tot geuze, faro en kriek. Later kwamen daar als klanten nog de geuzestekerijen bij. Lindemans levert nu trouwens nog wort aan de drie nog actieve geuzestekers De Cam, Drie Fonteinen en Hanssens. |
 Om aan dat lambiektekort het hoofd te kunnen bieden werd in 1988 een brouwinstallatie aangekocht in Duitsland, die in een nieuwbouw naast de oude brouwerij geïnstalleerd werd. Deze installatie is goed voor 180 hl per brouwsel, bijna driemaal zoveel als in de oude installatie. De oude brouwzaal, die dateert van 1909, is nog steeds intact. Bij brouwerij Lindemans wordt niet alleen creatief omgesprongen met lambiek, ook op het vlak van productietechnieken wordt er innovatief geïnvesteerd. Zo werd de lambiek tot het begin van het jaar 1980 vergist in houten tonnen – op een bepaald moment beschikte de brouwerij over circa 1.200 pijpen van elk om en bij de 600 liter in een niet vorstvrij tonnenmagazijn, met grote verliezen en kapotte tonnen als gevolg. Er werd daarom overgeschakeld op roestvrij stalen tanks, waaraan houtkrullen toegevoegd werden, een uit de Franse wijnwereld overgenomen techniek om toch hout in de productie te kunnen gebruiken. Langzaam maar zeker werd overgeschakeld op uitsluitend metalen tanks. Maar door de afspraken die er gemaakt werden met HORAL en om in orde te zijn met de Europese wetgeving, beschikt Lindemans sedert 2005 opnieuw over hout, tien foeders van elk 10.000 liter, uitgevoerd in eik door de Tonellerie Vicard uit Cognac. Aldus werd de oude traditie in deze moderne brouwerij hersteld. |
 Vanaf het brouwseizoen 1972 – 1973 begon het steeds moeilijker te worden de benodigde Schaarbeekse krieken te vinden. In de plaats van andere kriekensoorten uit te proberen, koos Lindemans resoluut voor vers kriekensap. In 1978 werd deze kriek nieuwe stijl gelanceerd. Lindemans was niet alleen pionier in de aanmaak van kriek met sap, ook met kriek op vat waren zij bij de allereerste. Vanaf 1981 werd de kriek Lindemans aangeboden in vaatjes van 25 liter. In diezelfde periode lanceerde de brouwerij (opnieuw) faro (1978), framboos (1980) en later volgden nog cassis (1986), Pêcheresse (1987 – met perzikensap). Als laatste in de rij is er sinds 2007 ook appel. Deze nieuwe fruitbieren werden vanaf de start met pure sappen bereid. Door zich te specialiseren in deze fruitige en zoete fruitbieren kende de brouwerij zo’n expansie, dat de lambiekproductie amper toereikend was. Er werd in het seizoen zes dagen per week 60 hl gebrouwen en de verkoop steeg in nauwelijks twintig jaar van 5.000 naar 40.000 hl. In deze periode werd gestopt met de productie van oude geuze; alle lambiek was nodig voor de fruitbieren. Maar door vraag van de Amerikaanse markt (!) keerde de oude geuze vanaf 1994 terug in het assortiment onder de benaming Cuvée René. |
|
